Verhalen

Schilder Wedda uit Enter werd geboren op de gasbel van Slochteren

Op 19 september 1910 werd in Kolham gemeente Slochteren in Groningen geboren Cornelius Jakob Wedda. Hij was de zoon van Jakob Cornelius Wedda en Alberta Stel. Zijn vader had een schildersbedrijf en was ook steenhouwer en kolenboer en vroeg in 1919 nog twee  schildersknechten tegen een loon van veertig cent per uur.

 

Letterlijk in hun achtertuin werd vijftig jaar later de gasbel van Slochteren aangeboord. Zijn moeder overleed al in 1917 toen Cornelius nog maar 7 jaar oud was.

 

In 1920 hertrouwde zijn vader met Katharina Jantina Stel een jongere zuster van zijn eerste vrouw.

Winkel van Wedda in 1940 en 1988

In 1924 liet zijn vader , samen met diens broer Derk, in Haren een dubbel woonhuis met schilderswerkplaats bouwen aan de Rijksstraatweg 168/170 en ze begonnen daar een schilders-, behangers- en glazenmaker bedrijf.  Derk had daar ook nog een kantoorboek- speelgoed- en suikerwerkenwinkel. Door de Firma werd een hypotheek van f.12.000 genomen.

 

Cornelius was evenals de voorgaande geslachten Wedda huisschilder geworden  en werkzaam in het bedrijf van zijn vader en oom. Hij werkte alleen voor de kost en toen hij verkering kreeg en er trouwplannen  kwamen begon dat financieel te schuren. Een vertegenwoordiger vertelde dat er in Enter in Twente een schildersbedrijf te koop stond. Cornelius ging naar Enter en werkte een poosje voor het te koop staande bedrijfje.

 

Jacob van der Kruijf was in 1879 in Amsterdam geboren en begon in het begin  van de vorige eeuw een schildersbedrijf in Enter. In het smalle straatje dat vanaf de Dorpsstraat tegenover het oude R.K. Waterstaatskerkje naar de molen van Dissel leidde had Van der Kruijf een houten schilderswerkplaats laten bouwen. In 1912 was de werkplaats er in ieder geval al. In 1919 trouwde de 40 jarige Van der Kruijf met de 44 jarige Johanna Bagchus uit Ambt Almelo. Hij laat een woonhuis met winkelruimte bouwen aan de Dorpsstraat, toen nog Grotestraat geheten met huisnummer Enter K(kom) 183. De houten schilderswerkplaats werd verplaatst naar de achterkant van hun nieuwe huis naast de R.K. Jongensschool. Zijn vrouw runde in  hun nieuwe huis een kleine drogiste

Zomer 1947 het gezin Wedda: V.l.n.r.: Zoon Albertus 27-12-41, zoon Jakob Cornelius 13-5-38, moeder Mattje Leutscher-Wedda, dochter Trientje Jaboba 8-6-43, zoon Cornelius Jakob 7-11-39 en vader Jakob Cornelius.

rij. Ook in die tijd waren er al grotere ketens die reclame maakten voor hun producten die in bij hun aangesloten drogisterijen verkocht werden. Bijv. Prof. DEDY “chemische Union Werke” in Duisburg Duitsland maakte reclame dat bij Drogist Van der Kruijf in Enter verkrijgbaar waren de kruiden ter genezing van Rheumathiek, Waterzucht,  Nier- en Blaasziekte, Bloedreiniging, Asthma en Maagziekten.

 

Op 18 februari 1936 wordt drogisterij en schildersbedrijf J. v.d. Kruijf uitgeschreven bij de Kamer van Koophandel en onder eigen naam voortgezet door C.J. Wedda. Voor de financiering moest geld worden opgenomen. Op 28 februari 1936 trouwde C.J. Wedda met Mattje Leutscher . Het huwelijk werd voltrokken in Haren (Gr.) en de volgende dag begonnen ze hun zaak in Enter. De reis naar Enter ging per trein via Zwolle naar Wierden waar ze door Van der Kruijf met een platte boerenwagen van het station werden gehaald.

Een oer Gronings echtpaar in Enter was even aftasten. Het dialect kreeg je niet direct onder de knie maar het Gronings was voor de Enternaren prima te verstaan.  In Enter werden de winkeliersvrouwen met de voornaam aangesproken. Het was “Janna van Bax” en “Mientje van Timmerjans”. Maar Mattje Wedda werd altijd met “vrouw Wedda” aangesproken. Als je de winkel binnenkwam  vroeg ze steevast: “wat most weazen” en bij het verlaten van de winkel was het altijd “veul plezier d’r mee”. Toen Mattje voor de eerste keer de stoep voor de winkel veegde werd  er in de buurt achter veel gordijntjes gekeken of dat Gronings vegen de toets der kritiek kon doorstaan.

Drogisterij Wedda

In 1953 voor de winkel. Het echtpaar Wedda met winkelmeisje en zoon Jaap en dochter Tineke.

De eerste jaren hadden ze het financieel zwaar. De drogisterij liep steeds beter. In 1943 werd een winkelmeisje in dienst genomen en ook een schildersknecht in de persoon van Jan Bannink kwam in dienst. Later kwam daar schilder Kok (Kokje) en Brok bij. Eind jaren vijftig werd  de winkel  van binnen ingrijpend verbouwd en de typerende houten schilderswerkplaats achter het huis werd vervangen door een stenen werkplaats. Verder sloot drogisterij Wedda zich aan bij de inkooporganisatie DA.

 

Op 23 mei 1966 overleed Cornelius Jakob Wedda in Enter volkomen onverwacht op 55 jarige leeftijd.  In  1967  viel zijn zoon bij schilderswerkzaamheden bij de fa. Kornegoor van een  tien meter hoog steiger en raakte ernstig gewond. De knecht Bannink was niet bereid de zaak over te nemen. De schilderstak van de Fa. Wedda werd nu afgestoten en de drogisterij werd de hoofdactiviteit. Steeds meer cosmetica-artikelen waren in de winkel verkrijgbaar. Dochter Tineke was in augustus 1966 geslaagd voor het diploma schoonheidsspecialiste van de Stiva en kon deskundig advies geven en de winkel werd steeds veelzijdiger. Tineke volgde ook de drogistenopleiding waar zij haar latere man Han Kraan leerde kennen. In 1968 namen zij samen de winkel in Enter over van hun moeder.

 

Er waren verschillende verbouwingen vooral in 1986 was er ingrjjpend verbouwd want de parfumerie had veel ruimte nodig,  De dochter Dorothé van het echtpaar Kraan had sinds 1992 de dagelijkse leiding in de winkel in Enter. Haar vader en moeder beheerden de inmiddels in Holten geopende vestiging.

 

In 1996 vierde drogisterij Wedda haar 60-jarigbestaan in Enter. Dochter Dorothé was inmiddels getrouwd met Eric Pinkert die ook voor het drogistenvak  had gekozen.

 

In 1997 werd de meest ingrijpende beslissing uit het 60-jarig bestaan van drogisterij Wedda in Enter genomen.

 

De ruimtebehoefte was urgent en op de toenmalige locatie waren er geen uitbreidingsmogelijkheden meer. Op de hoek van de Dorpsstraat/Pr. Bernhardlaan was na veel strubbelingen het woon/winkelcomplex De Keizershof ontwikkeld. Hierin waren winkelunits beschikbaar die voldeden aan de ruimtebehoefte van Wedda en de beslissing viel om als eerste zaak in Enter  naar de Keizershof te verhuizen met de winkel.

 

Op 5 november 1997 werd door Tineke-Kraan-Wedda de opening verricht. Op 31 december 1998 werd door het echtpaar Kraan drogisterij Wedda in Enter officieel overgedragen aan  schoonzoon en dochter Erik en Dorothé Pinkert.

 

In 2015 werd van inkooporganisatie gewisseld. DA Wedda werd DIO Wedda.

 

In 2017 vestigde zich de mega drogisterij “Die Grenze” in Enter. Die trok veel klanten weg en de omzet verminderde dusdanig dat de bedrijfsvoering niet meer rendabel was. Wedda Enter moest sluiten en concentreerde zich op haar vestiging in Holten.

 

 

Johan Altena

 

 

Eerder gepubliceerd in de Wiezer 2020 nr 28 en 30