Verhalen

2e Wereldoorlog voorkwam drooglegging Mokkelengoor

Het Mokkelgoor eigenlijk Mokkelengoor,  een laagveenmoeras, gelegen in Ypelo  halverwege Enter en Wierden is een uniek overblijfsel uit de laatste ijstijd. Het is een komvormige verlaging in het landschap waaruit, behoudens bij hoge waterstanden geen natuurlijke afwatering plaatsvind. In een vergadering van het Waterschap De Regge van begin 1940 werd het als laagste punt van Twente genoemd.

 

De naamgeving komt waarschijnlijk van het in de nabije buurtschap Rectum gelegen oude erve Mokkelencate. Dit erve komt al in het jaar 1297 voor in Rectum als Makelinckkote en in 1475 als Mokelencate.

 

Toen de marken tot stand kwamen om regels te stellen aan het gemeenschappelijk grondbezit van de markegenoten werd ook het gebruik van het Mokkelengoor als leverancier van biezen   gereglementeerd. Iedere gewaarde markegenoot mocht een vastgeteld aantal “vimmen” (1 vim is 100 bossen)  oogsten.

Op de achtergrond het moerasbos van het Mokkelgoor in Ypelo.

Toen de marke Ypelo werd opgeheven werden de markegronden verkocht. Ook het Mokkelengoor, 16 bunder groot, werd verkocht in 1865. In de advertentie stond  dat het jaarlijks wel 2000 vimmen beste biezen opleverde geschikt voor stoelen en andere matten. Het ging dus om een zeer grote hoeveelheid.  Aan belangstellenden die liefhebbers van jacht en visserij  waren werd kenbaar gemaakt dat het goor zeer veel snoek en paling leverde  en er zich een grote menigte wilde eenden ophield. Ook zou dit moeras bij droogmaking in een uitmuntend hooi- of weiland kunnen worden veranderd.

 

De verkoping vond plaats in de herberg Hiltjesdam  aan de brug over de Regge bij de Keurst in Ypelo. Eigenaar werd de heer Veerenhuis te Almelo. Er waren jaren van hoge waterstand waardoor het biezensnijden niet kon plaatsvinden. In 1881  werd de biezenoogst voor dat jaar van 10 hectaren verkocht aan  inwoners van Genemuiden.

 

In 1935 werd het “Mokkelengoor” door E.J. Veerenhuis geveild. Koper werd de heer R. de Haas uit Vriezenveen voor f. 3950,-.

 

In de crisisjaren dertig waren de biezen niets meer waard en werd er niet meer geoogst.

 

Dirk Hiltjesdam die woonde aan de brug over de Regge bij de Keurst in Ypelo was 74 jaar, invalide, hij mistte een hand. Naast het bedienen van de ophaalbrug  naast zijn huis vistte hij ook op paling in het Mokkelengoor om gedeeltelijk in zijn onderhoud te voorzien. Toen in januari 1938 buren  ontdekten dat hij al een paar dagen niet thuis was geweest zetten ze een zoektocht op touw. Hij werd dood gevonden in het Mokkelengoor dicht bij zijn uitgezette palingfuiken. Doodsoorzaak waarschijnlijk een hartstilstand.

 

Het Mokkelengoor kwam in handen van de heren G.J. Woolderink, Gebr. Schuitemaker en G.J. Hietland te Notter.  Deze mensen kwamen in maart 1940 met een plan bij het Waterschap De Regge om het Mokkelengoor te ontginnen en door bemaling droog te houden. Hiervoor zou het beekje de “Bornerbroekse waterleiding”, dat middendoor het goor liep, iets verlegd moeten worden en via het gemaal het overtollige water op de verlegde beek geloosd worden.

 

Op 10 mei 1940 brak de 2e Wereldoorlog uit en het plan kwam nooit tot uitvoering. In 1960 heeft het Rijk het terrein aangekocht en is het inmiddels een natuurreservaat.

 

Johan Altena

 

Eerder gepubliceerd in de Wiezer 2020 wk 42.