Verhalen

Dirk Getkate leraar aan de Klompenmakersvakschool

Dirk Getkate uit Enter werd in 1914 leraar aan de Klompenmakersvakschool op de arme Friesche heide

 

Dit keer een verhaal dat zich niet afspeelde in Enter maar waarin wel een Enternaar een belangrijke rol  speelde.

 

Naar aanleiding van de signalen dat er veel mis was  in de arbeidsomstandigheden in de verschillende takken van huisindustrie in Nederland stelde het Departement van Landbouw, Nijverheid en Handel in 1910 een onderzoek in.

 

Ook Enter kreeg bezoek van de onderzoekers omdat de klompenmakerij ook als huisindustrie werd gezien. Ze troffen in Enter en Enterbroek ca. 200 primitieve werkplaatsen aan met in totaal meer dan 300 klompenmakers. De verdiensten waren zo laag dat een gezin er zonder aanvullende inkomsten niet van rond kon komen. Er was een aanzienlijk verschil in kwaliteit van de geproduceerde klompen omdat er geen enkele vorm van een standaardopleiding was.

 

Ook het gemeentebestuur van Wierden nam geen initiatieven om te komen tot een vakopleiding in de klompenmakerij in Enter.

 

Ondertussen waren er al wel elders in Nederland Klompenmakersvakscholen opgericht. O.a. in Best bij St. Oedenrode in Brabant en in Friesland in de buurtschap Houtigehage bij Drachten in de gemeente Smallingerland. Deze scholen werden gesticht met subsidie van de nieuwe Nijverheidsonderwijswet. De burgemeester van Smallingerland had in 1904 een Vereniging opgericht “tot verbetering der stoffelijke en zedelijke belangen der bewoners van Houtigehage”. In dat jaar waren er nog meer dan 100 plaggenhutten waarin de bewoners een ellendig bestaan leden. In 1910 werd er van het Departement goedkeuring verkregen voor het stichten van een Klompenmakersvakschool letterlijk midden op de arme Friesche heide.

 

Het praktijklokaal van de Klompenmakersvakschool in Houtigehage. De directeur met zijn gezin tussen de leerlingen. Hier werd Dirk Getkate in 1914 leraar.

 

Te midden van de armelijke onderkomens van de inwoners van Houtigehage verrees een vakschool geheel ingericht naar de eisen des tijds. De leerzaal of het praktijklokaal bood plaats aan 40 leerlingen. Er meldden zich 60 leerlingen aan waarvan er dus 40 geplaatst werden. De cursus werd alleen in de wintermaanden gegeven. De school liep niet best. De directeur was niet voor zijn taak berekend en werd in 1914 vervangen. Ook de leraren waren erg matig en in het blad De Klompenmaker verscheen december 1913 een advertentie waarin voor de school in Houtigehage een leraar klompenmaken werd gevraagd. Hierop reageerde ook Dirk Getkate uit Enter die door het bestuur vanwege zijn ervaring en afkomst uit het klompendorp Enter begin 1914 werd benoemd.

 

De opleiding kreeg hierdoor een hele positieve impuls. Ook werden er een aantal wijzingen ingevoerd. Er werden alleen nog jongeren aangenomen als leerling en de school was vanaf toen het gehele jaar geopend.

 

We weten niet precies tot wanneer Dirk aan de Klompenmakersvakschool verbonden is  geweest. Maar door de Eerste Wereldoorlog viel de grote import van Belgische klompen weg en ontstond een grote vraag naar Nederlandse  klompen en de  opleiding floreerde. De klompenmakers die de vakschool hadden verlaten kregen van de Vereniging hout geleverd waarvan ze thuis klompen konden maken. Er werden al verdiensten van f. 7,- tot f. 14,- per week  gehaald. Dat was veel meer dan er in Enter verdiend werd. Door de vernieuwde Belgische importen na de 1e Wereldoorlog kwam de Nederlandse klompenindustrie in de verdrukking. De Klompenmakersvakscholen in Best en Houtigehage werden  in 1924 en 1929 opgeheven.

 

Johan Altena

 

Eerder gepubliceerd in de Wiezer 2020 nr 3