Verhalen

Het Exo een historische plek in Enter

De boerderij “Het Exo” in Enter bij de brug over de Regge in de Wierdenseweg. Afgebeeld is de voorzijde met de aangebouwde “herenkamer” waar de pachtheer van tijd tot tijd verbleef.

Het Exo in Enter is gelegen aan de overgang over de Regge in de weg van Enter naar Wierden. Het was  een bijzondere plek in verschillende opzichten.  De eerste keer dat we het erve tegenkomen is  in het Schattingsregister van de Bisschop van Utrecht van het jaar 1475. In dit register werd aan de inwoners van Twente een schatting opgelegd om de oorlog van de Bisschop tegen de Hertog van Gelre te bekostigen. Bij het erve Exhoe stond de aantekening dat de bewoner een ”hoveman” was, een soort landadel. Hij was vrijgesteld van de schatting.  Exhoe kwam van Ekeshoe “met eiken begroeide hoogte”.

 

We weten uit een uiterst zeldzaam document uit 1499  van de Marke Enter dat de bewoner Arnde van Exhoe was. Een geslacht dat is uitgestorven. Het document, op perkament geschreven, berust in het Rijksarchief van Arnhem en is zorgvuldig in plastic verpakt en mag niet aangeraakt en niet gecopieerd of gefotografeerd worden.  Aan de acte zijn zeven linten gehangen met daaraan in groene was gedrukt de wapenschilden van de ondertekenaars.

 

Het bijzondere document is een verkoopacte waarin door de Marke Enter een stuk land de “Nijecamp” werd verkocht aan Arnde van Exhoe. In die tijd stond er nog een klooster in Rectum waarvan de monniken een ijzergieterij in bedrijf hadden. De blaasbalg van de gieterij werd aangedreven door een watermolen. Er werden daar grote hoeveelheden ijzeroer gevonden. Verder blijkt uit de acte van 1499 dat de marke Enter toen niet één maar twee holtrichters had n.l. Evert van Langen en Dijrick ter Beeke. De marke Enter en het Exo bestonden dus al toen Maarten Luther nog niet eens tot priester gewijd was.

 

We zaten toen in de aanloop naar de Tachtigjarige Oorlog.  De Regge was  een route waarlangs goederen en soldaten vervoerd werden. Het Exo was de enige boerderij op Enters grondgebied die direct aan de rivier gelegen was. Dit had tot gevolg dat er veel geroofd werd door voorbijtrekkend krijgsvolk . Ook in de Munsterse oorlogen rond 1660 en 1670 werd het Exo beroofd.

 

De familie Swierinck uit Zwolle verkocht het Exo in 1722 aan de koopman Jan Schimmelpenninck uit Almelo. Zoals bij veel boerderijen was ook bij het Exo al in 1675 een afsplitsing “ Klein Exo”.

 

In 1803 kocht Lambert Exo de boerderij die hij pachtte van de erfgenamen van Jan Schimmelpenninck uit Almelo. In 1886 verkochten de erfgenamen van Lammert Exo het erve voor f. 5600 aan Wicher Jansen uit Vriezenveen. Huwelijken met leden van de fabrikantenfamilie Ten Cate brachten de boerderij in die familie.  Er werd een “herenkamer” vooraan bij de boerderij gebouwd die door de pachter altijd in gereedheid gehouden moest worden als de familie Ten Cate daar het weekend wilde doorbrengen. In het aangrenzende dennenbos werd voor de kinderen Ten Cate een doolhof van paadjes aangelegd. In een bos bij het Leyerweert dat ook bij het Exo hoorde werd een ”nat” doolhof aangelegd. Paadjes gescheiden door sloten met water met daartussen dichte krentenstruiken vormden een uitdagend traject.

 

In 1942 werd de familie Esink als pachter opgevolgd door de familie Busger op Vollenbroek. In 1954 werd de familie Busger op Vollenbroek eigenaar van het Exo en is dat tot op heden.

 

 

Johan Altena

 

 

Eerder gepubliceerd in de Wiezer 2020 nr 34